Morgen (23 februari) is het vijftig jaar geleden dat het WML, het wettelijke minimumloon van kracht werd. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) Het wettelijk minimumloon beschermt werknemers in Nederland tegen onderbetaling. De laatste (tientallen) jaren is het wettelijke minimumloon veel gestegen, ook al is de stijging de laatste jaren vrij stabiel te noemen. Hierbij geldt: hoe ouder je bent, hoe meer je verdiend volgens het wettelijke minimumloon. De hoogte van het wettelijke minimumloon heeft veel te maken met de ontwikkeling van de cao-lonen. De veranderingen in het wettelijke minimumloon wordt doorgaans twee keer per jaar bekend gemaakt. Vaak in de maanden januari en in juli. In elke bedrijfstak vind je werknemers die het minimumloon verdienen. Voornamelijk in de bedrijfstakken ‘Verhuur en overig zakelijk diensten’, ‘Horeca’ en ‘Cultuur, sport en recreatie’ is dit percentage hoog. In de bedrijfstakken ‘Energievoorziening’ en ‘Delfstoffenwinning’ is dit percentage lager. Het minimumjeugdloon loopt nu nog van 15 tot en met 22 jaar. In juli gaat deze leeftijd omlaag naar 21 jaar. Deze wijziging vindt plaats doordat steeds meer jongeren op vroege leeftijd een baan hebben en op zichzelf willen gaan wonen. De leeftijd voor het krijgen van het minimumloon wordt dus aangepast aan maatschappelijke veranderingen.
De grootste leeftijdsgroep (percentueel) die het minimumloon verdient zijn 20 tot 25 jarigen. Op latere leeftijd neemt dit percentage af.